zaterdag 25 juni 2011

Tanneken Negenooghe

De merkwaardige familienaam maakt al nieuwsgierig. Wat is er over deze vrouw bekend ?

Tanneken kwam (volgens de Genealogie Negenooghe, gepubliceerd in Gens Nostra 52 nr 12, dec 1997) uit een geslacht van schippers en handelaren. Dat ging in die tijd veel samen. Zij werd rond 1638 geboren in Tholen en verhuisde later naar Wemeldinge. Zij overleed daar op 5 maart 1669.
Over de verdere herkomst van de familie Negenooghe valt alleen te speculeren. Mogelijk had haar familie eerder in Reijmerswaal gewoond, en was daar door overstromingen verdreven. Misschien daarna naar Vlissingen gegaan. Vlissingers worden in Zeeland nog altijd spottend "negenogen" genoemd. Een negenoog is een vis. Een prik (lamprei).
De vader van Tanneken heette Cornelis Claesse Negenooghe, de moeder Adriaentgen Dignisse. Cornelis werd geboren in Amsterdam, was waarschijnlijk houthandelaar, vestigde zich omstreeks 1634 in Tholen. Hij liet zich daar inschrijven als poorter en lid van het schippersgilde. Vlak voor zijn dood bracht Cornelis het nog tot schepen van die stad.
Tanneken trouwde circa 1659 met Coenraet Geertsen de Vos. Hij was zoon van een later dijkgraaf en schepen van Wemeldinge, Geert Francke de Vos. Geert kwam (volgens de Genealogie Negenooghe) uit Barendrecht en was, net als de vader van Tanneken, handelaar. Uit schepenakten blijkt, dat vader en zoon De Vos zaken in grond en huizen deden. De vader had soms aanzienlijke bedragen uitstaan. Eigen land werd verpacht.

Het echtpaar handelde in bier. Leveranciers waren de brouwer in de Witte Leeuw te Rotterdam en de brouwer in de Pauwe (te Goes ?), zoals aan het slot van de boedelrekening werd aangegeven. * Een schip kwam daarvoor van pas. In 1659 verkocht Coenraet een damschuit. RAZE 3598, fol 5v, 3-9-1659. In de boedel bij het overlijden van zijn vrouw was een cromsteven schuijte. Mogelijk een groter vaartuig.
Het echtpaar had het blijkbaar goed. Na aftrek van schulden bleef een bedrag in de orde van Pd 300 Vls over. Een lijst bezittingen laat onder meer servetten en tafellakens, koperwerk, behoorlijk wat meubels, en een ruime garderobe van goede kwaliteit zien. Sieraden worden niet genoemd in de inventaris (bijlage).
Er vielen ruim 7 G saeijlandt en twee huizen in de boedel. Eén van de huizen lag in de ring van het dorp, N van de Strate. Het laatste blijkt uit een akte uit het eerder genoemd boek, RAZE 3598, fol 50, 16-6-1668. Opgemaakt ruim acht maanden voor het overlijden van Tanneken (in mijn woorden):

"Voor schout en schepenen verschenen Geert Francque de Vos voor de ene helft, als voogd van zijn zoon Francq Geertse de Vos, en Lucas Snoup, voor 2/3 deel eigenaar van de andere helft. Zij leverden aan Coenraet Geertsz de Vos een huis (..) genaamd het Wachthuis, met nog een huisje oost daarvan aan de Noordzijde van ons dorp op Ambachtsheeren vroone, met nog 2 vroonen over de Rijtbane. Aangrenzend: O Jan de Backer, Z de Heerenweg, W Jacob Davitsen, N de hof van Jacop Joossen. Koopprijs Pd 233.6.8 Vls, boven een bedrag van Pd 7 Vls voor het huisje ernaast."

Blijkbaar kwam dit huis uit de nalatenschap van een andere zoon van Geert Francke de Vos (Pieter Geertsen, gehuwd met een Snoup ?).
Een Weesakte RAZE 3632, fol 28, 17-10-1670 vertelt nog dat er uit het huwelijk minstens twee kinderen waren geboren (tekst vrij weergegeven):

"Coenraet Geertsen de Vos heeft de voogdij aangenomen van zijn twee jonge kinderen, Geerard en Lijsbeth, halfwezen geworden bij het overlijden van zijn echtgenote Tanneken Cornelis Negenoogen."

* Het gaat hierbij om de twee eerste schulden genoemd in de boedelrekening. Er staat daar:

"In de eerste als volght, eerstelijcks een somme van twaalfhondert guldens nopende van geleverde bieren van den brouwer Paets tot Rotterdam in de Witte Leeuw.
Item noch aen den Brouwer in de Pauwe de somme van tachtich Carolus guldens oock van geleverde bieren."

Bijlage

RAZE 3624, ongefolieerd, 11-10-1670

Geen opmerkingen:

Een reactie posten