Over Pieter Willems, Rekenmeester, is het een en ander bekend. Zijn voorouders zijn nog niet met zekerheid opgespoord. Bij nadere studie blijkt, dat er nauwe banden waren met belangrijke families binnen Goes en Wemeldinge. Voor een deel duidelijk van Vlaamse oorsprong. De kluwen van relaties is nog niet goed te ontwarren. Neelken Pieters, gehuwd met Jan Mattheeusen uit Hulst, was vermoedelijk een dochter van deze Rekenmeester.
Een vroeg document over Pieter Willems is zijn akte van aanstelling tot Ontvanger van belastingen. In RAZE 1668 (1586-1605), fol 16-17 (zonder datum) *. De aanstelling betreft de Zeeuwse belasting op vermogen. De honderdste en dubbele honderdste penning, meestal geschreven als Cen resp. CCen penn. Een heffing van 1%, resp. 2 % op onroerend goed. Hij kreeg die benoeming samen met (zijn broer ?) Merten Willems, burgemeester van Goes. Pieter voor het gebied west van Goes, Merten over dat oost van die stad. Pieter wordt in deze akte nog "borger der Stadt Goes" genoemd.
Volgens de Capitale Schattinghe 1606 woont Pieter in Middelburg. Hij is dan vermoedelijk ambtenaar van de Staten van Zeeland, mogelijk al Rekenmeester. Over taak en werkwijze van de Rekenkamer (in Middelburg) geeft Isaak Tirion nadere gegevens. Ook is er een uitvoerige Instructie in het Zeeuws Archief. +
De Staten van Zeeland hadden zeven Auditeurs (Rekenmeesters) in dienst. Door elk van de stemhebbende steden werd één lid voorgedragen, daarnaast nog één door de Eerste Edele. Bij goedkeuring werd het nieuwe lid benoemd en beëdigd. De Rekenmeester was ambtenaar bij de Provincie. Hij moest volgens de taakomschrijving in art. 6, elke rekening (boekhouding) "den Lande van Zeelant eenichsints raeckende, geene uytgesondert" controleren.
Het ging in deze functie vooral om de vaststelling dat Statenpenningen en andere heffingen volledig waren betaald, dat Rentmeesters de hun toevertrouwde bezittingen goed hadden beheerd, en dat uitgaven ten laste van de Staten van Zeeland volgens voorschriften (terecht en zonder verspilling) waren gedaan. Bij goedkeuring werd de rekening gesloten. De Rekenmeesters mochten zo nodig aanwijzingen geven voor de inrichting van de boekhouding, en zelfs boeten opleggen. Zij moesten op afroep beschikbaar zijn voor inlichtingen en advies in de colleges van Staten van Zeeland en Gecommitteerde Raden te Middelburg, en daarom daar wonen. Volgens Tirion (voetnoot (20, p. 84) werden de vaste afgevaardigden van Zierikzee en Veere van deze regel vrijgesteld, om ook hun stad financieel te kunnen adviseren. Vanaf 1670 (?) waren ook andere uitzonderingen mogelijk.
In de Schepenakten van Wemeldinge wordt Pieter Willems in 1614 en 1618 als Rekenmeester aangeduid. Het eerste geval betreft levering van een stuk zaailand. De tweede akte is interessanter. Pieter is dan schuldeiser van Jan Jacobsen, voor een bedrag van Pd 45 Vls. Dat sluit vrijwel uit, dat het om een heffing als de Cen of CCen penning ging. Jacques Mertsen schiet dit bedrag voor, op voorwaarde dat Jan Jacobsen zijn derrinckbouck verschijnende Goesse marct 1618 (zijn vorderingen in het lopend jaar uit leveringen van derrinck) overdraagt aan Pieter Willems. RAZE 3592, fol 134 (2-2-1618).
In de Overloper van 1624 van Wemeldinge wordt Hk 25 (De Stelhoek) aangeduid als "Den houck daer Pr. Bouwens in plach te woonen, oft daer het Stelhuys, nu wesende den rekenmeester Pr. Willems houve, in staet."
Over de afkomst van Pieter Willems is weinig met zekerheid bekend. Volgens de Instructie van de Rekenkamer moest hij in Zeeland (daarbij gerekend het huidige Zeeuws Vlaanderen) geboren zijn om te kunnen worden benoemd. Van Goese of Vlaamse afkomst ? Zoon van Willem Bouwens, gezien de vroegere naam van de Stelhoek ? Bouwen (Boudewijn) is een van oorsprong Vlaamse naam. Pieter Willems was waarschijnlijk gehuwd met Maeyken Claes. Het laatste volgens de huwelijksakte van Neelken Pieters en Jan Mattheeusen. Aangenomen tenminste, dat de Rekenmeester inderdaad de vader van Neelken Pieters was. Gezien zijn functie zal hij wel lid van de NH Kerk zijn geweest.
Pieter Willems staat niet op de ledenlijst van de Kerk van Wemeldinge. Alleen door onvolledigheid ? De lijst vertoont een groot hiaat tussen 1617 en 1644. Er komt wel een Maeijken Claes voor (27 maart 1616). Ook blijkt wel de samenstelling van het gezin van Neelken Pieters en Jan Mattheeusen, met hun overlijdensdata:
43. Jan Mattheeusen, overleden juli 1660
44. Neelken Pieters, overleden 1667
45. Jakemijntje Jans, overleden augustus 1653
46. Pieter Jansen, overleden maart 1665
De jongste zoon, David Jansen [Mattheeusen], ontbreekt op de lijst kerkleden, maar staat wel in het doopboek. Op nr. 42 stond Marijnis [Jansen Snoup ?], vertrokken (datum ontbreekt). Op nr. 47 werd Cornelis Willemsen genoemd (een broer van Neelken ?).
* Deze akte vermeldt geen data. Wel als aanleiding tot de benoeming het overlijden van dijkgraaf Blancx. Verder als basis voor de aanstelling een besluit op 12 september laatstleden. Het eerste punt betreft zo goed als zeker dijkgraaf en bedijkingsdeskundige [Jan Adriaensz] Blancx, overleden in 1587. De lage folionummers maken datering in vergaderjaar 1587 aannemelijk.
+ Isaac Tirion, "De Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden" Deel 9 (1751). P. 83-88. ZA/RAZ, Inv Nr 505 (Rekenkamer B), fol 109-115 (20-6-1596).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten