donderdag 14 juli 2011

Johannis Davidse

In deze studie van Wemeldingse families gaat het erom, met enige zekerheid de stamreeksen vast te stellen. Daarbij mogen bekende (eerder gepubliceerde) reeksen alleen na eigen toetsing worden ingepast. Verder terug in de tijd wordt dat steeds belangrijker. Ook als er, al misschien wel tientallen jaren lang, een "vaste" familienaam bestaat. Door naamdubbels en naamsovergangen kan de reeks onjuistheden bevatten. Waarschuwingstekens daarvoor zijn een andere bijnaam, een vreemd woongebied, of een opvallend vaak hertrouwen.

Naamdubbels zijn vooral bij vadersnamen die uit populaire namen bestaan, te verwachten. Er is dan een persoon met dezelfde naam, van bijna gelijke leeftijd, in een bepaalde plaats. Soms maken aanvullende gegevens nog wel aannemelijk, dat het om verschillende personen gaat. Zo zal de Maeyken Claes die (volgens het Trouwboek van Goes) op 1 mei 1611 toestemming gaf voor het huwelijk van haar dochter Neelken Pieters wel een ander geweest zijn, dan de naamgenoot die (volgens de Lijst Lidmaten NH Kerk Wemeldinge) op 27 maart 1611 met attestatie van 's Heer Arendskerke in Wemeldinge werd ingeschreven.
Een naamsovergang vindt plaats als een nieuwe familienaam wordt aangenomen. Het volgen van de stamreeks wordt daarmee moeilijker. Eerder werd al de overgang van Waelpot naar Ter Vesten genoemd. Tussen 1600 en 1800 vonden meer overgangen plaats. Bijvoorbeeld ook voor de familie Bouwens[en], later Verburg[h]. *

Een interessant voorbeeld vormt de Johannes Davidse, genoemd in generatie V van de familie Snoep (Vc), als Joannes Davidse, gehuwd met Adriaenken Pauwels. De stamboom gaat verder met David Janse (VIc), maar stopt bij zijn kinderen. +
Waarschijnlijk gaat het om een korte vervlechting van twee verschillende families. Voor twee generaties werd de naam Snoep van moederskant overgenomen in de mannelijke lijn van de eigen familie. Dat gebeurde in die tijd wel meer. In schema gezet is de relatie als volgt:


Verklaring voor de naamswisseling is, dat Joannes Davidse in 1662 halfwees werd, door het overlijden van zijn vader. Janneken Jacobs Snoup, weduwe van Davidt Jan Mattheeusen neemt de voogdij aan van haar vier jonge kinderen, Joannis, Jacob, Mattheeus en Catelina. Pieter Jan Mattheeusen [de oudere broer van Davidt] werd voogd van vaderskant. RAZE 3632, fol. 21, 11-3-1662.
Door vernoeming komt er hierna een zoon David Janse, die nog in sommige stukken Snoep genoemd wordt. Dan een kleinzoon Jo[h]annes Davidse. De akte (dus de Wemeldingse omgeving) duidt het gezin wel als leden van de familie "Ruijsen" aan. Maar die naam voert men dan nog niet zelf. Dat blijkt uit de ondertekening van het testament van David Johannisse en Janna Cornelisse Koster. De vier zoons tekenden mee, omdat zij afstand deden van hun wettelijk erfdeel, ten gunste van de langstlevende ouder. RAZE 3616, 30-11-1758.


De kleinzoon Johannis Davidse is een kleurrijk figuur. Over hem (en over zijn twee zussen en drie broers) is vrij veel bekend. Deze Johannis Davidse was winkelier. Bij overlijden was hij waarschijnlijk al enkele jaren weduwnaar. Volgens de boedelakte met jonge kinderen, maar over hen is verder niets bekend.
Johannis overleed 10 juni 1778 na een val. Hij bezat twee huizen aan de noordzijde van de Dorpsstraat. Aan het Brandslop, op Ambachtsvrouwe vroone. Het ene huis had de overledene zelf bewoond. Het andere was verhuurd (voor Gld 25, of Pd 4.3.4 Vls per jaar) aan zijn zwager, Cornelis Kosten, gehuwd met Maatje Davidse. Ook bezat hij ruim 8 G aan land. Hierbij iets meer dan 1 G aan elzenbos, en 220 R voor een boomgaard. Verder nog zaailand. Een deel lag braak, de rest was met paardebonen of tarwe ingezaaid. Een stuk van 1 G 88 R hierin begrepen, verpacht aan Marinus vandeSchelde. Verkocht, door Johannis, aan Pieter Hogesteger voor Pd 11.5 't gemet, maar nog niet geleverd.
In de boedel wordt maar weinig geld opgenoemd. Totaal ruim Pd 5 Vls. Bijzondere stukken zijn onder meer de 3 kerkboeken (2 in de gemeenschap met zilveren haken), zilveren knopen voor broek en vest (hemdrok), 9 ellen linnen, schotels, lepelborden, een aantal boeken, en 5 schilderijen.
De winkel had allerlei veel gevraagde artikelen. Azijn, siroop, olie, zout, zeep, maar ook lint, kousen, borstelwerk, touw, stokvis, kaarsen, zwavel. Blijkbaar had Johannis veel vaardigheden. De verdere inventaris bevatte namelijk gereedschap voor timmeren, metselen, werk op het land, en werk in de boomgaard.
Johannis had, zoals toen gebruikelijk, vorderingen uitstaan als jaarschulden. Voor een deel herkenbaar op eigen familie. Debet voor geleverde winkelwaren werden zoal genoemd: Jan Schouten, Jan Noutzen, Cornelis Davidze Ruijsen, idem deszelfs weduwe, Jan Meeuzen, Adriaan Davidze Ruijsen, Pieter Lacroix (chirurgijn), Adriaan Hamelink, weduwe Hendrik Costen, Adriaan van Oosten, Hendrik Oranje (familie van grootmoeders kant), Adriaan Corstanje, Cornelis Kosten, Cornelis Jobse, Wilhelmina Soute of Pieterse. Voor huishuur nog Marinus Quirijnse en Stoffel de Vos. RAZE 3627, fol 1-7, 10-6-1778.

* NGV Afd. Zeeland, "Wemeldingse Studies", Genealogische Notities Nr 1, (z.j.). P. 8 - 18.
+ H. Rolvink, "De familie Snoep", 500 jaar, (2010). P. 29, 30, 34, 35, 39.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten