Over Neelken Pieters, gehuwd met Jan Mattheeusen "j.g. van Hulst", lijkt het meeste nu wel gezegd. Niets is minder waar. Er zijn nog heel wat punten aan te vullen in haar levensloop. Rond afkomst en beroep van haar man, namen en geboortedata van de kinderen, en het opmaken van wel drie opeenvolgende testamenten. De laatste (op het eerste gezicht tenminste) merkwaardig genoeg ten huize van de predikant, Jacobus de Klijver.
De afkomst van Jan Mattheeusen uit Hulst is niet goed in te passen. De familienaam Ruissen die in de stamreeks later opduikt, kan moeilijk anders verklaard worden, dan uit een vroegere woonplek in de Ruisen. Die was er inderdaad. Maar wel van een voorouder uit Wemeldinge. In 1580 leverden de wezen van Adrijaen Joosse aan Mattheeus Janss de gerechte helft van een huis met 410 R land in de Ruisen, N van de Heerewech (Ruisweg). RAZE 3577, fol 6v, 22-10-1580.
Vooralsnog lijkt de oplossing te zijn, dat Jan Mattheeusen, "j.g. van Hulst" op zijn minst in Hulst een deel van zijn leven doorbracht. Daar mogelijk ook als lid aangenomen was van de Hervormde Kerk. De keuze van die plaats zal niet toevallig zijn geweest. Er woonde een oudere Jan Mattheeusen in Hulst, oud-schepen en landmeter. Waarschijnlijk familie van de Mattheeusens in Wemeldinge. Een oud-oom ?
Er zijn dan nog wel andere gaten te dichten. Vreemd is namelijk ook, dat het huwelijk gesloten werd in 1611, maar dat de jongste zoon David pas 27 december 1626 gedoopt werd. Over de oudere zoon Pieter en Jakemijntje, is niets in de doopboeken van Wemeldinge te vinden. Het laatste kan simpel worden verklaard uit het hiaat in het doopboek tussen 1597 en 1622. Maar de drie namen passen niet goed in de gebruikelijke vernoemingsschema's.
Tijden en plaatsen zijn in te passen, als Jan Mattheeusen bijvoorbeeld in Goes de Latijnse school volgde. Toen mogelijk bij familie Neelken Pieters ontmoette. Naar Hulst ging, om daar bij zijn oud-oom (?) het vak van landmeter te leren. In 1611 trouwde, met het eerste kind op komst dienst nam in het leger van Prins Maurits, om versterkingen aan te leggen in Zeeuws Vlaanderen. Omstreeks 1621 (einde van het Twaalfjarig Bestand, en na een mogelijk 10-jarige dienstperiode) terugkwam naar Wemeldinge. Dat zijn nogal wat aannames, maar het kan heel goed zo gegaan zijn.
Een relatie tussen de Hulster en Wemeldingse families Mattheeusen is niet vastgesteld. Het vernoemingsschema blijft onduidelijk. Opvallend is wel, dat er een familie Van Orliens woonde in Wemeldinge. De oudste Pieter, was predikant, de jongste David, landmeter, leerling van Simon Stevin.
Van Neelken zijn drie testamenten en een legaat bekend. Twee bij Notaris Dignus Petri te Goes, twee als Schepenakten. Korte inhoud daarvan als volgt:
Jan Mattheeuss en Neelken Pieters, echtgenoten, wonende te Wemeldinge, maken testament. Zij hebben twee kinderen. De eerste (Pieter ?) getrouwd, naar staat en gelegenheid van de middelen begiftigd en van een uitzet voorzien. De tweede (David ?) staat op trouwen. Die zal op dezelfde manier worden bedacht. Een en ander mag niet ten koste gaan van de erfenis. De langstlevende echtgenoot zal in de onverdeelde boedel mogen blijven. RAZE 2082, Goes, fol 182, 28-3-1656 (Notaris Petri te Goes).
Neelken Pieters, weduwe van Jan Mattheeuss, verkoopt (legateert) haar huis aan haar zoon Pieter Jan Mattheeuss voor 850 Caroli Guldens. Te betalen het eerst op de dag van feitelijke verkrijging (de sterfdag van Neelken), met Gld 36 (en 20 stuivers aan de armen). Verder elk jaar Gld 36 tot volle betaling. RAZE 2084, Goes, fol 233v, 234, 6-6-1662 (Notaris Petri te Goes).
Neelken Pieters, weduwe van Jan Mattheeusen, ziek te bedde, maakt testament. Haar zoon Pieter Jansen krijgt de helft van haar woonhuis met de helft van de pachtlanden. De resterende goederen worden verdeeld tussen Pieter en de kinderen van Davidt Jansen, ieder de helft [David is dan al overleden]. RAZE 3605, fol 66, 9-4-1663 (Schepenakten Wemeldinge).
Neelken Pieters, weduwe van Jan Mattheeusen, annuleert haar laatste testament. De goederen worden nu verdeeld tussen de kinderen van Pieter Jansen [Pieter is nu ook overleden], de andere helft aan de kinderen van Davidt Jansen. In het slot staat uitdrukkelijk, dat deze akte werd opgemaakt ten huize van Ds Jac de Klyver. RAZE 3605, fol 132, 27-1-1667 (Schepenakten Wemeldinge).
Blijkbaar werd het eerste testament in twee stappen gewijzigd. Eerst na het overlijden van David (vóór 11-3-1662, zie ook de aantekening in de Ledenlijst NH Kerk). Daarna nog een keer na het overlijden van Pieter (in maart 1665 volgens de Ledenlijst. Merkwaardig is dan wel, dat ook Jan Jansen Weert toen overleed. Een pestepidemie, of een verwisseling in de ledenadministratie ?).
Enkele schuldakten geven nog wat nadere informatie over Neelken en de samenstelling van haar gezin.
Voor een schuld van (waarschijnlijk haar zoon) Davidt Jansen aan Ds Jacobus de Klijver van Pd 40 Vls stelt Neelken zich borg. David wordt dan Davidt Jansen Weert (waard) genoemd. RAZE 3605, fol 28, 2-10-1660. David was getrouwd met Janneken Jacobs Snoup. Zoals bekend, huisvestte hij in 1654 de eilandpolitie, de Roo Roe. Dat zal in het huis "Antwerpen" geweest zijn (verkregen van zijn schoonvader), middenin de Dorpsstraat. Volgens de plaatsaanduiding van de Parochierechtkamer O daarvan, de kant van de school.
Opvallend is, dat Jan Jansen Weert en Frans Jansen Smit (broers) * niet in relatie tot Neelken Pieters worden genoemd. Jan en Marijnis worden in het doopboek wel genoemd als zonen van een Jan Mattheeusen. Dat was zeker een Jan van de Wemeldingse tak. Zoon van Mattheus Jansen. In die tak kwamen (volgens de Overloper van 1582) voornamen als Ffoort, Gheert (ook wel anders gespeld), Jacop en Pier Jan Mattheuss voor. Vadersnamen die verder weinig houvast bieden.
Waar Neelken Pieters woonde, is bekend uit een andere Schepenakte. Die gaat over een schuld van Pd 16 Vls tegen 5% aan Samuel Cornelisen. Zij geeft haar huis als onderpand. Dat stond op 128 R eigen erf en 86 R vroone, Z en W de Heerenweg [de Rijtbane]. RAZE 3605, fol 87, 1-6-1664.
Het huis van Neelken stond volgens de Overlopers in Hoek 21, de Hoek tussen 't Dorp en de Reepwech, in de kleinste van de twee woongebieden binnen de binnenring van het Dorp. Gevormd door de Rijt en wat nu de Noordelijke Achterweg heet. Zie het kaartje bij de eerste paragraaf.
Neelken Pieters, weduwe van Jan Mattheeuse, is schuldig aan Ds Jacobus de Clijver Pd 24 Vls. Zij stelt de overwaarde van haar huis (boven de schuld aan Samuel Cornelisse) hiervoor als onderpand. RAZE 3605, fol 131, 27-1-1667.
Idem, geeft tot breder verzekering van haar borgstelling voor de schuld van haar zoon (!) Davidt Jansen Weert aan Ds Jacobus de Clijver, de [resterende] overwaarde van haar huis als onderpand. Gedaan in aanwezigheid en op datum als boven (Testament, fol 132). + RAZE 3605, fol 133, 27-1-1667.
Op zich trouwens wel een vreemd nevenbedrijf voor een predikant, geldschieter. Dat vraagt om afzonderlijke behandeling.
* Dat zij broers waren, kan worden afgeleid uit het feit, dat zij gezamenlijk optraden als borgen (RAZE 3605, fol 84, 28-5-1650). Verder trad Jan Jansen Weert op als voogd voor de wezen van Frans Jansen Smit en Anneken Goverts (RAZE 3605, fol 96v, 2-8-1651). Dat Jan inderdaad broer was, wordt zelfs met zoveel woorden in de weeskamerakte waarin hij de voogdij over de kinderen van Frans Jansen aanneemt, gezegd (RAZE 3631, fol 155v, 3-6-1651).
+ De zitting voor de drie akten waarbij Neelken Pieters betrokken was (RAZE 3605, fol 131-133), vond plaats ten huize van Ds Jacobus de Klijver. Mogelijk op verzoek van de schuldeiser. Dat gebeurde wel meer, als een betrokkene ziek, of slecht ter been was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten