Naast de Dorpsstraat, vormde de strook vanaf de Reep tot de Oude Polder een belangrijk tweede woongebied van minstens vijftien gezinnen. Vlakbij het Dorp waren er nog de hoeken 14, 15 (die in bijna elke Overloper nieuwe namen kregen) en 26 met wat meer geconcentreerde bewoning. Samen ongeveer een zelfde aantal woningen en hoeven aan de grens met de gemeente Kapelle. In vroeger belangrijke woonbuurten als Zwaak en Schoudee, woonden er tussen 1600 en 1800 waarschijnlijk niet eens meer tien gezinnen. Voor de rest waren er alleen wat woonplekken verspreid in de polders. *
Het lijkt erop, dat de hoofdas van bebouwing in het westelijk woongebied tot nu toe niet ingrijpend van structuur veranderd is. Vooral het vroeger stratenpatroon is nog goed herkenbaar.
Dat geldt zeker voor de dorpskern. Alleen het eerste slop is afgesloten. De Quadenweg zal het stuk Noordelijke Achterweg vanaf dat punt zijn geweest. Om dit tot de 19e eeuw moeilijk begaanbare karrespoor te ontwijken, werd het Kerkestraatje aangelegd. Dat liep kennelijk van het westeinde van de Dorpsstraat, N langs de pastorie naar de kerk. De drie andere straatjes aan de noordzijde van het Dorp hadden geen echte namen. Heerenweg, Wegeling of Rijtbane, en weer Heerenweg. Vergelijkbaar met hoofdweg, straat, of rijweg. Op meer wegen van toepassing, en zonder nadere aanduiding te vaag.
Duidelijk is nu wel, dat het meest rechtse deel in de Hoek tussen het Dorp en de Reepweg aangeduid werd als staande "Op de Reepe". Deze huizen stonden ter hoogte van "De Swaenne". Dat kan worden opgemaakt uit twee duidelijke vermeldingen:
RAZE 3597, fol 56v, 12-5-1646
Reijnier Reijniersen s.a. Abraham Lecier Pd 16 Vls. Onderpande de beteringhe [overwaarde] van het huys met sijn gevolch met de backoven, gestaan op de Reepe. B.d.g. [binnen dese gemercken, d.w.z. binnen de volgende merkpunten]: O Christiaen Foortsen hof, Z Ambachtsheeren vroone, W het wegelinck, N Christiaen Foortsen.
RAZE 3598, fol 37v, 19-6-1665
Lysbeth Jans, weduwe van Jan Jansen Weert, soo voor haer selven, ende als moeder ende gerechte voochdesse van haere weesen, [met] Adriaen van Oosten ende Jan Jansen als wedervoochden [toeziend voogden] ende voor haer selven ende vervangende de andere meerderjarighe kinderen, hebben tsamenderhandt gelevert aen Corns Huijbrechtsen Hovij als gemachtight van Jacob Corns Hovij een huijs met sijn gevolch, gestaen op de Reepe op 94 R Ambachtsheeren vroone. B.d.g. O en N Jacob Joosen, Z Willem de Weert, W de Rijtbane.
Het gaat in beide gevallen om hetzelfde huis. Wanneer en hoe dit in bezit kwam van Lysbeth Jans, of haar echtgenoot Jan Jansen Weert, is niet achterhaald.
Vanaf de Hoek Pier Piers Maelcoote, tot en met de Hoek tussen het Dorp en de Reepweg, zijn nu de volgende bewoonde percelen opgespoord. De gegevens staan in tijdsvolgorde van eigendom, niet helemaal in ligging volgens de kaart. In de Hoek Pier Piers Maelcoote is nog geen sluitende groepering te maken.
Duidelijk is hiermee wel, dat er rond 1650 ongeveer 20 bewoonde percelen waren in deze strook. Dat verschilt niet veel van de situatie die de kadastrale kaart van 1813 aangeeft. Misschien stonden er nog wel wat kleinere woningen (arbeidershuisjes) tussen.
Onder meer in de Hoek tussen het Dorp en de Reepweg wordt een Watergang genoemd. Waarschijnlijk was dat de afwateringssloot aan de noordzijde van de Noordelijke Achterweg. Deze sloot werd volgens een stuk in het archief van de gemeente Wemeldinge (Inv Nr 1106) pas in 1961 gedempt en vervangen door riolering, met toestemming van het Waterschap. Uit de omschrijvingen van de verschillende hoeken wordt verder duidelijk, dat er niet één, maar minstens vier watergangen zijn geweest, met uitwateringssluizen bij Kattendijke, de Snoodijk, via Kapelle, en via Yerseke. Dat ligt ook wel voor de hand. Er was een Waterganck in hoeken 1 (O), 5 (Z), 6 (W), 7 (Z), 9 (Z),10 (N), 11 (Z), 12 (N), 13 (N), 14 (O), 18 (Z en W), 19 (W), 22 (O en Z), 23 (Z en W), 24 (W). Ingetekend levert dat het volgende plaatje op. In enkele kleine stukken is het verloop nog niet helemaal duidelijk. Daar staat dan een vraagteken.
* In de Overloper van 1645 werd Hoek 14 aangeduid als "Den houck daer Adriaen Noutsen in woont, genaemt de Cusee" (Chezee). Hoek 15 heette toen "Den houck daer Adriaen Adriaenss maes in woont". Hoek 26 werd steeds "Den Reephouck" genoemd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten