woensdag 25 mei 2011

Zuid Beveland

De bekende Roman-Visscher kaart geeft een goed beeld van Zuid Beveland omstreeks 1650. Het is dan nog een echt eiland. Alleen te bereiken per schip.
Het eiland wordt gescheiden van Walcheren door het Sloe, van Noord Beveland door Schengen en Nieuwe Diep, van Noord Brabant door het Verdronken Land van Zuid Beveland. Daar verdween ook de vroegere hoofdstad van Zuid Beveland in de golven, Reimerswaal. Voor de kust van Wemeldinge ligt wat overbleef van een andere vroegere polder, Stormesant. Eigenlijk toen al niet meer dan een schor. Van het vaste land gescheiden door een kreek. Geschikt om schapen op te weiden, niet meer voor landbouw. Rond 1638 was Stormesant nog 269 G 244 R groot. In 1690 al niet meer dan 34 G 289 R (de restpolder met inlaag). Herhaalde dijkvallen waren daar de oorzaak van.


Zuid Beveland bestaat uit een lappendeken, van veel kleine en enkele grotere polders. Samen met Walcheren wordt dit gebied Zeeland bewesten Schelde genoemd. Voornaamste steden met stem in het eigen landsbestuur (de Staten van Zeeland), zijn Middelburg, Vlissingen, Veere, en Goes. Noord ligt Zeeland beoosten Schelde. Daar bevinden zich nog twee steden met stemrecht, Zierikzee en Tholen.
Al blijkt dat niet uit deze kaart, bijna alle dijken en wegen zullen bomenrijen hebben gehad. Voor hakhout en om beschutting te geven tegen regen, wind, en zon.
Tussen Goes en Kruiningen is dat wel aangegeven. Daar liggen volgens de kaart ook nog (restanten van) enkele vroegere ridderhofsteden. Toen vaak al heringericht tot buitenverblijven van rijke stadsbewoners. Ingetekend zijn Maelstede, Bruwelis, en Gistellis.

Bij nadere bestudering van de kaart valt een vrij omvangrijk militair verdedigingsstelsel op. Het bestaat uit een tiental redouten. Daarvan liggen er zes aan de Westerschelde. Ze vormen aan die zijde de eerste verdedigingslijn tegen invallen van Spaanse troepen uit Vlaanderen. Minstens vier redouten liggen er nog aan de Oosterschelde. Ze hadden daar vooral als doel smokkel tegen te gaan, en ongewenste elementen (zwervers en criminelen) van het eiland te houden. Belangrijke taak was evengoed, te waarschuwen bij een dreigende inval van de Geuzen. Het land leed schade door brandschatting en plundering, ook van hen. Het was als van de kat of van de hond gebeten te worden.
Redout is eigenlijk een te weidse naam voor deze soort versterkingen. Vaak in de vorm van een eenvoudige dijkpost, niet eens altijd beschermd door aarden wallen. Elke post werd bij het vallen van de avond bezet door een rot (acht man), bewapend met vuurroer of piek. Elk redout had een stenen wachthuis van drie verdiepingen. Tot 2-3 m hoogte alleen dikke blinde muren. Op de volgende verdieping een kamer voor de wacht, alleen met een losse ladder van buiten te bereiken. Bij onmiddellijk gevaar werd de ladder binnengehaald. Voor de verwarming was er een open haard, waarin een turfvuur kon worden gestookt. Op de bovenste verdieping werd uitkijk gehouden. Bij onraad loste de wachter een waarschuwingsschot en stak hij een vuurbaak aan. Daarmee werd de voltallige militie van het eiland (’s Lands Wachten, elk dorp had zijn vendel) in het geweer geroepen.
Bij Goes wordt de havenmond zwaar bewaakt door twee schansen. Bij Valkenisse beheerst Fort Keysershooft de vaart op de Schelde.
Niet duidelijk herkenbaar is bij Wemeldinge een redout ingetekend. Bij Couwerherberch, waar ook het veer op Tholen aanlegde. Het redout daar heeft een vijfhoekige vorm. Vermoedelijk was deze versterking wel veilig omgeven door aarden wallen. Het lijkt er zelfs op, dat de dijken daar in dit geval voor zijn benut.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten