woensdag 25 mei 2011

Wemeldinge

In de “Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden” (1751) wordt Wemeldinge als volgt beschreven:
“Omtrent een Uur gaans [d.w.z. ongeveer 5,6 km] ten Noordwesten van Iersike legt het Dorp Wemeldinge, in de Heerlijkheid van dien naam, welke zig langs de Noordkant des Eilands uitstrekt. Voorheen lagen ten Noorden van dezelve nog de Heerlijkheden Sichuit en Sturmesant [Stormezand], doch deze zijn, door de zware en menigvuldige Grondbraken [dijkvallen], bijna geheel weggespoeld, zoo dat ‘er niets meer dan een klein Poldertje genaamd Sturmesant, ruim 30 Gemeten groot, van in wezen [overgebleven] is. Behalve dat zijn ‘er nog twee kleine Poldertjes of Inlaagen, genaamd Koude en Kaars-Polder, beoosten Sturmesant; en één, genaamd het Verderf, daar tusschen, welker dijken dikwijls aan zware Grondbraaken onderheevig zijn, gelijk in ’t jaar 1649, wanneer voor den Polder het Verderf de geheele Zeedijk, ter lengte van zestig of zeventig Roeden [200 - 250 m], weg viel.
Het Dorp Wemeldinge heeft ten Noorden van zig een Haventje en een Kaai, waarvan twee of drie schepen [veerdiensten] afvaaren. Het is redelijk groot en fraai, doch mede merkelijk [voor een deel ook sterk] vervallen; bestaande uit een lange en breede Straat, aan beide zijden met Huizen bebouwd.
De Kerk staat Westelijk een end wegs van het Dorp af, tusschen twee Vloedbergen [Dekker geeft een andere interpretatie]. Zij is tamelijk lugtig [sierlijk] en heeft een hoogen Tooren. [...] In dit Dorp en Heerlijkheid zijn in ’t jaar 1747 geteld honderd drie en twintig huizen en een Koornmolen. [...] Zij is aan schotbaar [aan te slaan voor de grondbelasting] Land groot 1953 Gemeten 165 ½ Roeden, en behoort grotendeels aan den Heere Dr. Pieter Coomans, Oud Burgemeester der Stad Goes.”

Volgens een kaart uit het Archief van de Stad Goes (Kaartarchief, nr 22) zag de omgeving van Wemeldinge er omstreeks 1750 als volgt uit. De Zandweg bestaat dan al. Volgens Dekker (“Een Zeeuws Dorp”, p. 136) werd die tussen 1675 en 1700 aangelegd. Opvallend is het betrekkelijk gering aantal woningen buiten het dorp. Veel minder dan de 40 - 50 die er in die tijd waren volgens andere bronnen. Zijn in het buitengebied op deze kaart mogelijk alleen enkele grote hofsteden aangeduid ?

 

Omvang en ontwikkeling van de Wemeldingse bevolking kunnen alleen met ruime marge worden ingeschat. Over het hele tijdvak 1600 - 1800 zal de bevolking wel zijn toegenomen. Maar onregelmatige in- en uitstromen zullen van tijd tot tijd grote verstoringen hebben veroorzaakt.
Vermoedelijk heeft de Hervorming, ook in Wemeldinge, een tijd lang tegengestelde effekten gehad. Mogelijk wel drie tot vier generaties. Een eerste uitstroom van families die Rooms Katholiek wilden blijven, en een bij vlagen optredende instroom van aanhangers van de “nieuwe leer”. Ongetwijfeld hebben bovendien verschillende vormen van onheil telkens weer diepe gaten geslagen. Overstromingen, oorlogen, economisch moeilijke tijden, en ziekten leidden tot tijdelijke terugloop van de bevolking.

Een eerste taxatie geeft Dekker (“Een Zeeuws Dorp”, p. 149, 150). Hij komt, zoals ook al eerder werd vermeld, voor 1582/83 tot 163 woningen*, met rond de 800 inwoners. De “Tegenwoordige Staat” geeft in bovenstaand citaat een flink lager getal voor 1747. Met 123 woningen, dus waarschijnlijk ongeveer 600 inwoners. Dat kan worden getoetst met de Ledenlijst van de Hervormde Kerk. Ook die wijst in de richting van ongeveer 120 gezinnen (woningen). In het laatste kwart van de 18e eeuw waren er volgens die lijst 553 volwassenen kerklid. Dan zullen er nog 250 tot 300 doopleden zijn geweest (gebruik makend van de leeftijdsverdeling van 1811). Dat levert een getal op, dat toch flink te hoog lijkt. Tussen 800 en 850 inwoners. De volkstelling van 1811 komt namelijk duidelijk lager uit. Toen werden 141 woningen geteld, met totaal maar 697 inwoners.
Er zullen ongetwijfeld schommelingen zijn geweest in het aantal inwoners. Maar toch waarschijnlijk niet van honderd of meer binnen één of twee generaties. Een redelijke schatting lijkt dan 600 - 700 voor deze periode.
* In het buitengebied bestonden die in hoofdzaak uit boerderijen en éénkamerwoningen. In het dorp stonden toen volgens zijn gegevens circa 107 woningen.
Volgens de Ledenlijst van de Hervormde Kerk 1765 was de verdeling van het aantal gezinnen (woningen):



Geen opmerkingen:

Een reactie posten