vrijdag 27 mei 2011

Vaste formules

In de overgeleverde akten worden veel (min of meer) vaste formules gebruikt, met nogal wat jargon. Om daaruit wijs te worden is er het “Practicijns woordenboekje” (1785). Met als ondertitel “Verzameling van meest alle de woorden in de rechtskunde gebruikelijk”. D.w.z. een bijna complete verzameling van gebruikelijke rechtstermen.
Een testament opgemaakt bij notaris Dignus Petri te Goes begint bijna standaard als volgt:

“In den Naeme Godts amen. Compareerden voor mij Dignus Petri openbaar Notario bij den hove van Hollandt geadmitteert binnen de Stadt Goes in Zeeland residerende en de getuijgen naergenoemd, NN en NN [Namen], wittich man en wijff woonende tot [Plaats], mij Notario wel bekent, gesond van lichaeme, gaende en staende met ons opder aerden. Haere memorie vijff sinnen ende verstand over al wel machtich sijnde en gebruijckende, gelijck allen tselve mij Notario ende den getuijgen klaerlijcken is gebleecken. De welcke aenmerckende ende overdenckende de Menschelijcker Natuijre kranckheit ende broosheijt ende datter niet seeckerder op deser weerelt en is als de doot ende niet onseekerder dan de uuijre der selver” Etc.

In herkenbare woorden omgezet is dat:

“In de naam van God, amen. Voor mij, Dignus Petri openbaar notaris toegelaten door het Hof van Holland, kantoor houdende binnen de Stad Goes, en de hierna genoemde getuigen, verschenen NN en NN [Namen], wettige echtgenoten wonende te [Plaats], mij notaris bekend, gezond van lichaam, gaande en staande met ons op de aarde. Hun verstand goed machtig en gebruikende, zoals dat alles aan mij notaris en getuigen helder is gebleken. Welke, opmerkende en overdenkende de beperktheid en broosheid van de menselijke natuur en dat er niets zekerder op deze wereld is als de dood en niets onzekerder als het uur daarvan” Etc.

De gehanteerde formules doen nu misschien wel eens wat lachwekkend aan, maar waren zeer serieus bedoeld. Voorbeeld is het volgend formulier om de vierschaar te bannen (RAZE 3601, fol. 1). Daarin kon een getuige onder ede worden gehoord.


Schietgebed was tot in de zeventiende eeuw “Van oorlog, pest en honger, verlos ons Heer”. Dat was niet voor niets. Want oorlogen waren er te veel. Pest en honger deden zich naast overstromingen ook nogal eens voelen.
Na de lange Vrijheidsstrijd tegen Spanje (1567 - 1648, onderbroken door het Twaalfjarig Bestand, 1609 - 1621), volgden er nog verschillende oorlogen of tijden van grote oorlogsdreiging. De Republiek werd vooral bedreigd door de opkomende wereldmachten Engeland en Frankrijk (1652 - 1654, 1665 - 1667, 1672 - 1678, 1701 - 1713, 1780 - 1784). Slotstuk was de inval van Pichegru (1795). Daarna kwam ons land onder Franse overheersing.
Als jaren waarin de pest slachtoffers maakte in Zeeland, worden in een werkje van de geneeskundige A.A. Fokker speciaal 1603, 1625, 1635, 1657, en 1664 - 1668 genoemd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten