donderdag 7 juli 2011

Ds Jacobus de Klijver

De naam van deze predikant (Wemeldinge 1649 - 1680) komt in verschillende varianten voor. Geschreven met een C of K, en (blijkbaar naar uitspraak) met ij of ie. Hij werd als kandidaat in de theologie (proponent) beroepen naar Wemeldinge, en bleef daar zijn hele leven. Hij woonde in de Kerkhoek. Zijn huis werd in 1681, voor 500 Caroli guldens contant, verkocht aan zijn opvolger, Ds Wilhelmus Eversdijck. Volgens de Overloper van 1645 stond de predikantswoning op 78 R eigen vroone, N van de "bergh". RAZE 3598, fol 98, 28-3-1681. Het huis stond daarmee waarschijnlijk op hetzelfde perceel als nu. Perceelnummer B 332 (pastorie) en B 333 (erf) op de kadastrale kaart van 1813. Dit kaartje is 45o gedraaid getekend. West is onder, Oost boven.


De familiegegevens zijn schaars. Vermoedelijk kwam Jacobus de Klijver (of zijn echtgenote) uit Zeeuws-Vlaanderen. Uit hun testament blijkt tenminste, dat er landbezit was in Groede, bij Sluis. In het testament werd verder bepaald, dat de kinderen (vermoedelijk met elkaar) Pd 1.000 Vls te verdelen zouden krijgen als erfenis, naast het land in Groede. RAZE 3597, fol 116v, 3-10-1654.
Jacobus de Klijver was gehuwd met Janneke Costenobel. Er zijn drie kinderen bekend, Johanna, Elisabeth, en Jacobus. De zoon werd ook predikant. Zijn standplaats in 1680 was volgens de Schepenakten Calishoek. Er circuleert een verhaal, dat hij zo jaloers was op een kollega in Driewegen die meer publiek trok, dat hij deze op een zondagavond in mei 1687 doodschoot en daarna zelfmoord pleegde. Over dit verschrikkelijke voorval werd toen zelfs een lied gemaakt.

Jacobus senior ontving een riant tractement van Staten en Kerk. Ongeveer Pd 56 Vls. Daarnaast verdiende hij flink bij. Aangestipt werd al, dat de dominee ook als geldschieter optrad. Opvallend is bij zijn transacties, dat hij een procent meer rente vroeg dan gebruikelijk, 6% inplaats van 5%. Leende hij zelf, en nam hij 1% marge ?
Financieel gezien, zal het de predikant wel voor de wind zijn gegaan. Jacobus had alleen al in Wemeldinge nog 28 G 241 R zaai- en weiland, dat vermoedelijk bijna volledig werd verpacht. Dat zal een bedrag van misschien wel Pd 30 - 50 Vls per jaar hebben opgebracht. *

De nalatenschap werd door Jacobus junior met een familielid van moederszijde, Mr Johan Costenobel, afgewikkeld. Het eerst voor enkele woningen en hypotheken. Daarbij bleek de overleden predikant (naast de pastorie) eigenaar te zijn van nog twee huizen in de Hoek tussen het Dorp en de Reepweg, die werden verkocht. Tegelijk werden drie uitstaande (opgeeiste ?) bedragen flink vergroot. Wat waarschijnlijk vooral betekende, dat de schuldenaren een grotere schuld op zich namen, en daarmee op hogere lasten kwamen te zitten. De teksten zijn wat moeilijk te doorgronden. Bijvoorbeeld (RAZE 3598, fol 105v, 16-7-1683):

"Daar Jacobus de Clijver tot laste van Jan de Bel op 3 september 1659 een hoofdsom van 300 gulden aan hypotheek heeft verstrekt op het woonhuis waarin De Bel tegenwoordig woont, genaamd "De Katte", zijn zij als volgt nader overeengekomen. Ten eerste, dat Dom. De Clijver of zijn gemachtigde de hoofdsom van 300 gld zal [laten] doorhalen in het hypotheekregister. Op voorwaarde, dat Jan Thomassen de Bel aan Dom. de Clijver belooft te geven een bedrag van 450 gulden, waarvoor hij zijn huis verbindt en verbonden zal houden, totdat die som volledig zal zijn betaald. Op conditie [ook], dat Dom. De Clijver belooft, het meerdere van 100 [150 ?] gld dat hij nog aan hypotheek op dat huis heeft, niet zal opeisen voordat het volle bedrag is betaald."

Naast de huizen en de hypothecaire leningen, was er (zoals hierboven al aangegeven werd) nog vrij omvangrijk grondbezit in Wemeldinge. Blijkbaar was voor de verkoop daarvan eerst toestemming van de Staten van Zeeland nodig. De Rentmeester bewesten Schelde kreeg in 1688 de benodigde autorisatie. Deze verkoop bracht, met nog wat andere bezittingen, meer dan Pd 400 Vls op. In elk geval een deel van de erfenis die de kinderen was toegezegd (zie boven). Er moesten dus nog wel andere bronnen worden aangesproken om uit te keren wat was beloofd. Wat er nog aan geld en andere waardevolle zaken in huis was, is nog niet achterhaald. RAZE 3598, fol 130v, 11-6-1688.

* In de Schepenakten varieert de pachtprijs per gemet (die lang niet altijd wordt vermeld) sterk. De genoemde bedragen liggen tussen enkele schellingen per jaar voor wei- en kerkeland, en ongeveer Pd 2 Vls voor zaailand. In het laatste geval werd blijkbaar een deel van de oogst in de prijs verrekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten